De hersenen bestaan uit twee verschillende hersenhelften die onderling verbonden zijn. De hersenhelften kunnen onafhankelijk van elkaar functioneren maar werken ook vaak samen. In de meest ideale situatie vormen beide hersenhelften een geïntegreerd geheel, wij spreken dan over twee hersenhelften die in ‘balans’ zijn. Echter vaak is één van de twee hersenhelften dominant of te wel de ‘baas’. Bij nieuwe leertaken wordt meestal de meest dominante hersenhelft ingeschakeld.
Beide hersenhelften hebben verschillende talenten of te wel eigenschappen. De meeste mensen hebben een dominante linker hersenhelft. Dat is ook niet zo vreemd omdat door de manier van lesgeven op school deze hersenhelft ook het meeste wordt aangesproken; in de linkerhersenhelft bevinden zich o.a. het spraakvermogen (praten), de logica (logisch kunnen denken) en de ratio (in verhoudingen kunnen denken).
Wat betekent het als je een ‘dominante’ of te wel ‘bazige’ rechter hersenhelft hebt? Het kan zijn dat je school niet zo leuk vindt, dit als lastig ervaart en ondanks dat je ontzettend je best doet je niet zo’n goede resultaten behaalt. Dat je langzaam leest en moeilijk de tafeltjes onder de knie krijgt. De klok leren misschien ook niet vanzelf gaat, laat staan je dag- en weektaken plannen en deze op tijd af te hebben. Dat je ondanks dat je slim bent niet zo snel kunt schakelen als de andere kinderen in de klas. Je moeilijk kunt concentreren, de leerstof vaak te snel voor je gaat en je onrustig wordt bij een groepsuitleg in de kring waarbij je leerkracht lang aan het woord is.
De reden hiervan is dat bij de manier van lesgeven op school de nadruk wordt gelegd op de talenten/eigenschappen van je linker hersenhelft. Hier ligt de nadruk op het verbale (woorden), de analyse (het bestuderen van volgorde) en de details (kleine onderdelen van het geheel). Je rechter hersenhelft wil juist het geheel overzien (totaal beeld) en houdt van creativiteit en spontaan oplossingen bedenken.
Je dominante hersenhelft bepaalt dus in grote mate wat voor leerstijl je hebt. Door te kijken of te beschrijvingen welke van onderstaande linker- of juist rechter hersenhelft kenmerken beter bij je passen, kun je erachter komen hoe jij leert. Dit maakt het allemaal inzichtelijker voor je, want 'anders zijn' hoeft helemaal niet vervelend te zijn. In deze is het een gave en talent!
Linker hersenhelft | Rechter hersenhelft: |
---|---|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Alle kinderen worden geboren met een dominante rechter hersenhelft. Zij gebruiken nog geen taal. Doordat ze bewegen met hun armpjes en beentjes verkennen zij de ruimten, de beelden om zich heen. Zij communiceren (praten) met hun omgeving door het maken van klanken (huilen/kreten). Op deze manier maken ze aan hun ouders duidelijk wat ze willen. Alles wat ze doen, doen ze om direct hun zin te krijgen, om meteen in hun behoeften te worden voorzien. Dit wordt ook wel het “PRIMAIR DENKPROCES” genoemd.
Een vervolgstap in de ontwikkeling van het jonge kind is dat het leert te praten en in woorden te denken. Dit gebeurd rond het derde/vierde levensjaar (= omslagpunt), de taal gaat overheersen en het kind gaat de wereld ‘beredeneren’. Het kind gaat praten en nadenken over hoe alles in elkaar zit en werkt. Dit wordt ook wel het “SECONDAIR DENKPROCES”genoemd.
Een kleine groep kinderen (ongeveer 5%) blijft ook later als volwassenen in beelden denken, dus in hun primair denkproces. De rechter hersenhelft blijft dominant of te wel is de baas over de twee hersenhelften. De linker hersenhelft kan in de loop van de ontwikkeling een achterstand gaan vertonen, echter dit is niet altijd zo. Hoogbegaafde mensen denken vaak in beelden gecombineerd met goede leerprestaties op het gebied van taal en rekenen. Indien de linker hersenhelft wel minder wordt ontwikkeld kan dit leerproblemen veroorzaken.